Een beetje geschiedenis voor wie wil ....

Situatie in de 19de eeuw

Anno 1830 is de situatie van de vrouw in het nog jonge België niet zo fijn. Het burgerlijk wetboek, gebaseerd op de Code Napoleon, is ronduit discriminerend.

Op juridisch vlak zijn vrouwen onafhankelijk tussen de dag van hun meerderjarigheid en hun huwelijk of intrede in het klooster. Getrouwde vrouwen zijn volledig onderworpen aan de macht van hun echtgenoot.

Op politiek vlak blijft de democratie beperkt tot welstellende mannelijke burgers. Vrouwen mogen, net als mannen met een te laag inkomen, niet gaan stemmen.

Op economisch vlak moeten werkende vrouwen het stellen met heel wat minder loon dan hun mannelijke collega's. Vele werkneemsters werken in slechte arbeidsomstandigheden en worden slecht behandeld.

Volgens het burgerlijk ideaal hoort de gehuwde vrouw thuis aan de haard bij de kinderen. Mannen hoeven geen verantwoordelijkheid te nemen voor hun kinderen. Zij beweren dat de ondergeschiktheid van de vrouw een gevolg is van haar 'natuurlijke gesteldheid' die haar afhankelijk maakt van de man, onder andere omdat ze kinderen moet baren en opvoeden.


De eerste golf

Een strijd voor toegang tot het hoger onderwijs en stemrecht voor vrouwen!

In enkele Europese landen vinden vrouwen elkaar in de tweede helft van de negentiende eeuw. Ze bewerken de pers of richten zelf persorganen op. Ze houden conferenties en betogen. Sommigen ijveren op een vrij radicale manier voor hun idealen. Ze ketenen zich vast aan gebouwen of stookten brandjes. Winkelruiten worden ingegooid, gemeente-eigendom vernield. Vrouwen die in de gevangenis terecht kwamen gingen in hongerstaking. Andere bewegingen organiseren vreedzame betogingen met spandoeken en liederen.

Zo ontstond in België 'La ligue du Droit des Femmes' in 1892. De aanleiding was de weigering van Marie Popelin, een vrouwelijke juriste, tot de balie.

Ondanks de acties gaat in de 19de eeuw de situatie van de vrouw niet veel veranderen. De wetgeving wijzigt bijna niets in het voordeel van vrouwen. Zolang vrouwen geen stem krijgen blijft dat moeilijk.

Wanneer België na WO I in 1919 het enkelvoudig stemrecht invoert, geldt dat niet voor vrouwen. Uitzonderingen zijn er voor oorlogsweduwen die niet hertrouwen, alleenstaande moeders van een gesneuvelde soldaat of als ze zelf waren gevangen gezet.

Vooral de katholieken ijveren voor stemrecht. Ze verwachten dat vrouwen massaal op hun partij zullen stemmen. Om diezelfde reden reageren de liberalen en de socialisten terughoudend.


Vanaf de invoering van het vrouwenstemrecht groeit heel langzaam het aantal vrouwelijke politici. De eerste vrouw in de regering verschijnt pas in 1965: Marguerite de Riemaecker (CVP). Zij krijgt de post van ...... minister van Gezin en Huisvesting!

De tweede golf

Naar het voorbeeld van de burgerij groeit ook bij de midden- en arbeidsklasse het ideaal dat mannen kostwinners zijn en de vrouw niet buitenshuis werkt. De vrouw heeft de hoofdrol van zorgzame en toegewijde moeder.

Door de democratisering van het onderwijs vanaf de jaren 1960 verandert langzaam ook de sociaal-economische positie van de vrouw.  Het opleidingsniveau van vrouwen neemt toe. Ook het aantal banen in de tertiaire sector nemen toe. Meer en meer vrouwen gaan buitenshuis werken. Ze beginnen te protesteren tegen hun tweederangsrol.

Bekijk eens even deze tijdlijn:


Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin